Verzorging

Zo blijft jouw groen in topconditie.

Transport

  • Bomen, haagplanten, bosplantsoen, rozen en fruit met blote wortels, moet u tijdens het transport goed inpakken of indekken, vooral bij schraal en droog weer zodat deze niet kunnen uitdrogen (onafgedekt vervoeren = dode planten).

Grondbewerking

  • Maak een ruim groot plantgat, maak de grond goed los en meng deze heel goed met een flinke dosis turf of beplantingsaarde.
  • Nooit direkt verse mest mengen bij de blote wortels, dit geeft verbranding. Meststoffen strooien in het voorjaar en in de zomer, voor of tijdens een regenbui.
  • Let op harde lagen of kleilagen! Die kunnen tot ca 80-100 cm diep zitten en zijn meestal te herkennen aan de vieze geur in de grond. Deze moet u minimaal ònder het plantgat van de bomen en planten goed doorbreken of doorboren. De grond moet goed doorlatend zijn, als de bomen en planten te lang in het nat staan gaan de wortels rotten en kunnen de bomen en planten afsterven.

Planten

  • Op de plek van bestemming de bomen direct planten of tijdelijk inkuilen. Bomen en planten met blote wortel nóóit onbedekt achterlaten in zon en wind!
  • De grootte van het plantgat is afhankelijk van de omvang van de wortel of kluit van de planten en bomen. Het plantgat van bomen en grote planten dient 2 à 3 keer groter te zijn dan de wortel of kluitomvang.
  • De plantdiepte van bomen en planten moet zo diep zijn zoals ze gestaan hebben. Tot ca. 5 cm boven de eerste wortels, niet dieper! Te diep planten = dode planten.
  • De plantdiepte van planten en bomen in pot is net zo diep zoals ze in de pot staan.
  • De grond goed aandrukken en direct na het planten flink water geven.
  • Plaats altijd een paal met band naast de boom, zodat deze stevig vast staat.
  • Bomen en planten die in potten staan op een terras beschermen bij strenge vorst, de pot kan bevriezen en dan vriezen de wortels door, met dode planten als gevolg.

Snoeien

  • Forse snoei van maart tot half april, lichte vormsnoei kan het hele jaar door.
  • Bomen die bloeien vòòr de langste dag (21 juni), direct ná de bloei terugsnoeien.

Bomen

Een leiboom is een boom die met een leirek, of tegen een lei-stellage aan wordt geplant, waarbij de takken als ‘armen’ worden uitgebonden. Hierbij worden dan ook elk jaar alle scheuten op de armen in het voor- of najaar teruggesnoeid. Een schermvorm is een soort leivorm waarbij geen ‘armen’ worden gevormd maar waarbij alle takken kriskras door elkaar gebonden worden om zo een scherm te creëeren. Hierdoor heeft men ook in de winter, door het dichte takkenstelsel, minder inkijk. De snoeiwijze is hierbij dan ook anders dan bij een leivorm, de voor- en achterzijden worden hierbij als een soort ‘haag op poten’ geschoren. Tegenwoordig worden deze beide methodes vaak als erfafscheiding geplant, of om het zicht vanuit de straat of de buren te verhinderen.

Planten

  • De grootte van het plantgat is afhankelijk van de omvang van de wortel of kluit van de boom. Het plantgat dient 40-50 cm groter te zijn dan de wortelomvang.
  • Maak de grond goed los en meng deze goed met turf en scherpe zand.
  • Let op harde lagen of kleilagen, deze kunnen tot 80-100 cm diep zitten, 
    en moeten minimaal onder het plantgat van de boom doorbroken worden.
  • De plantdiepte van de boom is ca.5 tot 10 cm boven de wortel, niet dieper.
  • Direct na het planten 3 à 4 volle emmers water per boom geven.
  • Nooit direct verse mest mengen bij de blote wortels, dit geeft verbranding.
  • Plaats altijd een paal met band naast de boom, zodat deze stevig vast staat.

Snoeien & Verzorging

  • Forse snoei van maart tot half april, lichte vormsnoei kan het hele jaar door.
  • Tijdens het eerste plantjaar, zolang de bomen kaal zijn bij droog weer 1 x per 3 weken 2 à 3 emmers water geven. Zodra de bomen in blad gaan komen regelmatig gedurende het eerste plantjaar de bomen 1 à 2 emmers water per  7 à 10 dagen geven, uiteraard afhankelijk van het weer. Meer water bij warm en droog weer en géén water bij regenachtig of vochtig weer. 
    Let op! Op zandgrond meer water geven als op zwaardere leem- of kleigrond.